Vanuit mijn anders zijn, is mijn hele leven een intense zoektocht geweest.
Gestart met een liefdevolle opvoeding en een katholieke scholing, werd ik aan de universiteit manifest atheïst. Mede doordat ik mezelf niet durfde tonen zoals ik was, zocht ik mijn expressie in het extreme.
Ik was 15 toen ik voor het eerst alleen in vrije val uit een vliegtuig sprong. Reisde naar Afrika om er helemaal alleen enkele maanden te gaan rondfietsen, terwijl ik nog nooit buiten Europa was geweest. Met de fiets door Kameroen tot in Tsjaad. In Rwanda legde ik al lopend 140 kilometer af in 4 dag-etappes met alle benodigdheden om te overleven op de rug. Zonder opleiding met enkel een grondige zelfstudie, trok ik over gletsjers en liep mezelf vast in de sneeuw.
Ik toonde me nooit volledig en deed zoveel mogelijk alleen. Mijn vrienden noemden me een einzelgänger.
Ik moest wel, want ik was anders, dat wist ik zeker. En ik was helaas geboren in een maatschappij waar ik niet in paste. Mensen als mij zijn niet zo zichtbaar. Als er al over werd gesproken, was het niet in die mate heel aanmoedigend om zelf te erkennen dat je zo bent.
Verbergen dus, die handel, dat leek me veiliger. Misschien geraakte ik er ooit wel eens vanaf en was er geen probleem meer.
Maar ik zat wel met vragen. Waarom ben ik geboren in een maatschappij die mij liever niet ziet zoals ik ben ? En wat is nu de bedoeling van mijn aanwezigheid hier ? Wat moet ik met mijn leven ?
En binnenkort gaat dan ook nog eens het licht definitief uit.
Het atheïsme bood me maar weinig hulp bij mijn zoektocht. Uit praktische overwegingen besloot ik boedhist te worden. Zij hadden immers wel wat hands-on levenswijsheid klaarliggen. En als ik kon geloven dat God niet bestaat, kon ik evengoed geloven in reïncarnatie. Dat vroeg niet zoveel moeite.
Maar ook als zelf verklaard boedhist bleven de problemen in mijn leven zich opstapelen. Iets verborgen houden en steeds eenzaam en alleen worstelen, kan heel veel energie vragen. Energie die je anders best wel kan gebruiken in het leven van alle dag.
Toen we met ons gezin een huis nodig hadden, besloot ik het zelf te ontwerpen en te bouwen. Want het mocht wat ambitieuzer zijn. Nu is het me duidelijk dat ik weer een manier zocht om mijn zinvolle plaats te verwerven in deze maatschappij. Zodanig dat ik er toch zou mogen zijn. Ik was niet tevreden over de huidige standaard van ecologische huizen en wou het meest ecologisch mogelijke huis van deze klimaatzone ontwerpen. Door de ongekende combinatie van technieken zag ik mezelf verplicht het nog zelf te zetten ook.
Na twee jaar ellende in mijn tent op mijn bouwgrond, kwam ik achtereenvolgens de burnout tegen, de relatiecrisis (waarvoor ik zelf verantwoordelijk was) en enkele jaren van af en toe toch vrij zware depressie.
De rek was eruit. Ik brak.
Na 37 jaar op deze aardkluit zat ik financieel aan de grond, was de welliswaar geredde relatie met mijn partner in een permanent verzuurde toestand terecht gekomen, had ik drie schatten van kinderen die ik mogelijks geen gelukkige verderzetting van hun jeugd zou kunnen bieden en was er nog geen ziel op deze planeet die wist wie of wat ik echt was. Als ik zo verder deed, ging ik ongekend en miserabel de kist in.
Gelukkig ben ik in die jaren van ellende, verder blijven zoeken. Met steun van vrienden en mijn partner, ben ik steeds wel weer recht gekomen. Via enkele verre reizen met heel intense momenten kwam ik uiteindelijk spiritueel thuis in het hindoeisme. Een yogi guru deed me het boedhisme begrijpen en leerde me mediteren.
Toen ik uiteindelijk brak, was ik net klaar om mezelf te durven zijn.